Provincie Utrecht

De rechter heeft op vrijdag 28 december onmiddellijk uitspraak gedaan in het executiegeschil over de dwangsom die de provincie moest betalen. De uitspraak van de eerdere rechtbank is niet teruggedraaid, al heeft deze rechter wel een paar kanttekeningen gemaakt.

In de reeks van processen die de Provincie Utrecht tegen projectontwikkelaar De Waal voert om de veroordeling van 14 december ongedaan te maken diende vrijdag 28 december het zogenaamde executiegeschil. Zoals bekend veroordeelde de rechter in kort geding op 14 december de Provincie Utrecht tot een boete van € 66.000,- per dag tot het moment waarop het oude provinciehuis geheel vrij van besmette (bouw)delen asbest is. Dat was afgesproken in een zogenaamde vaststellingsovereenkomst in mei van dit jaar. Omdat de Provincie niet van plan was deze boete direct te betalen, maar liever eerst verdere processen af wilde wachten liet De Waal beslag leggen op de tegoeden van de Provincie Utrecht.

De opzet van de Provincie om van de beslaglegging af te komen slaagde vandaag slechts in zeer beperkte mate. De rechter oordeelde vanmiddag dat De Waal tot maximaal € 1,9 miljoen mag incasseren. Dat geld moet hij reserveren om het na een eventuele nederlaag in hoger beroep op 10 januari weer aan de Provincie Utrecht terug te kunnen storten. Het vonnis van 14 december met de veroordeling van de Provincie is dus vandaag door de rechter niet afgezwakt.

Eigenlijk is de situatie ten opzicht van 14 december dus niet echt veranderd. De veroordeling staat nu nog recht overeind. De eerstvolgende rechtszaak, het hoger beroep dat dient op donderdag 10 januari, moet uitwijzen of dat zo blijft.

De SP-fractie in de Provinciale Staten van Utrecht heeft de rechtszitting van vrijdag niet bijgewoond. De rechtszaak zelf is een autonoom proces, volstrekt onafhankelijk van de provinciale politiek. Een zekere afstand voor statenleden vindt de SP dan ook gepast. Pas als de onafhankelijke rechter tot een uitspraak gekomen is, kan politieke actie volgen.