h

SP-bijdrage Voorjaarsnota 2010

28 juni 2010

SP-bijdrage Voorjaarsnota 2010

Vanochtend hield SP-fractievoorzitter Freek Bersch onderstaand betoog bij de behandeling van de Voorjaarsnota.

“De provincie is dood... Lang leve de provincie!” Mag ik die kreet nu al gebruiken? Of zal ik wachten... Wachten tot het Rijk ons vele miljoenen laat bezuinigen? Of tot de Tweede Kamer heeft besloten dat we de Jeugdzorg en andere taken kwijtraken? Dat we onze eigen belasting — de opcenten — kwijtraken? Of tot het besluit tot grotere, kleinere of helemaal geen provincies?

De provincie gaat dood... lang leve de provincie!

Eerlijk gezegd kan ik deze discussies van harte aanmoedigen. Zolang we geen provincies gaan fuseren tot anonieme landsdelen zonder samenhang, zie ik vooral veel verbeteringen in het verschiet.

Maar we zijn lijdend voorwerp in deze discussies. Met de voorliggende Voorjaarsnota anticiperen we ook niet, we schuiven vooruit. Er wordt gepraat óver ons, niet met ons. En als de provincie reageert, of het IPO namens de provincies, dan is het vooral vanuit een kramp, behoudzucht en eigenbelang. Dan willen we zoveel mogelijk geld en taken behouden. Of er komt een verzoek om en bloc onze open huishouding te verdedigen. De rijen sluiten. De provincie als een burger die zegt: alles prima, maar Niet In Mijn Achtertuin.

Maar ja, als ze in Den Haag met een financieel probleem zitten, wat is dan het eerste waar ze op gaan bezuinigen? Ja, de AOW. Die was als eerste de klos. En daarna? De provincie natuurlijk. Met bijna elke bezuiniging maak je jezelf impopulair bij grote groepen mensen. Alleen voor de provincie geldt dat je je impopulair maakt als je er níét op bezuinigt. Dat is dus een win-winsituatie. Geld besparen én je populariteit sparen.

Immers, de provincie, dat zijn toch die politici met veel te veel geld? En wat doen ze nou eigenlijk? Ja, je hebt natuurlijk de provinciale wegen. Daar zullen ze wel over gaan, toch? En businessclass naar Azië vliegen. Dat doen ze ook.

Ons Utrechts provinciebestuur heeft nog geprobeerd met een honderdmiljoenen-offensief, maar voor de meeste inwoners staat allang vast dat het met die provincie wel wat minder mag.

Ja, de provincie wordt niet echt serieus genomen, er is weinig begrip voor wat we doen, er wordt slecht naar ons geluisterd... Dan weten we dus eigenlijk heel goed hoe veel kiezers zich al jarenlang voelen! Zoals de ouders die in de Jeugdzorg van het kastje naar de muur gestuurd worden, omdat daar teveel mensen betaald worden om problemen op te lossen. Of zoals de mensen in Lunetten of Maartensdijk die wéér een extra strook asfalt in hun achtertuin krijgen, en nog net boven het autogeraas uit kunnen horen dat het allemaal keurig aan de normen voldoet. En zoals de bewoners van bijvoorbeeld Renswoude, die een zelfstandige, keurig draaiende gemeente gedwongen zien opgaan in een groter, anoniemer geheel.

Best vervelend als er slecht naar je geluisterd wordt. De verleiding is groot om het allemaal te willen tegenhouden, en er dwars voor de gaan liggen. Geloof me, als SP'er ken ik het gevoel...

Maar de burger heeft een eigen belang. De provincie niet. Of zou dat niet moeten hebben. De provincie dient het algemeen belang. En als de afweging is wie het geld harder nodig heeft: provincie of gemeente? Dan zeg ik: gemeente. En wat is belangrijker: de provinciale vrijheid om belastingen te verhogen via een ingezetenenheffing, of de koopkracht van onze inwoners? Dan zeg ik: koopkracht.

Wat dan? Een middenbestuur dat ál haar kiezers iets te bieden heeft. Niet alleen de boeren, biologen en jeugdhulpverleners. Een middenbestuur waarvan een mens denkt: “daar heb ik wat aan”. Dat het bestaansrecht van kleine dorpen ondersteunt door te helpen bij zware taken, terwijl grote steden zoveel mogelijk zelf regelen. Dat dichter bij de bevolking staat, omdat de taken meer aanspreken, zoals veiligheid, nu ondergebracht bij ondemocratische veiligheids- en politieregio's; en omdat de grenzen dezelfde zijn als die van hun streek, hun regio, hun leefomgeving. Stadsregio Utrecht, bijvoorbeeld, Gooi- en Eemland misschien, het Valleigebied, of een Groene-Hartprovincie.

Onze province past bescheidenheid. Maar zíjn we bescheiden? Is het bescheiden om voor 40 jaar een verplichting van jaarlijks 8 miljoen aan te gaan voor een nieuw, veel te duur gebouw? Dat ten opzichte van de grootte van onze organisatie waarschijnlijk groter en groter wordt.

En dat de kosten voor de inhuur van extern personeel zo oploopt, is dat bescheiden? Met 20,5% van de totale personeelskosten was het in 2007 al hoog, inmiddels zitten we op 25,5%! Waarom nemen we niet meer mensen in dienst, wat geld bespaart en mensen meer zekerheid biedt. Is het college van plan om in deze kosten te snijden? Het Rijk hanteert een norm van maximaal 10%. Moeten wij ook niet zo'n norm invoeren? Ik overweeg hierover een motie.

De huidige provincie past bescheidenheid. We hebben de afgelopen drie jaar heel veel extra miljoenen weg kunnen zetten, maar nu is het feestje wel zo'n beetje voorbij. Begin maar vast met het verzamelen van de lege glazen, doe het grote licht maar aan en vraag de gasten of ze zich langzaam maar zeker naar de uitgang begeven. Het is tijd voor wat nieuws. Lang leve de provincie.

U bent hier